FanFiction wiki
Advertisement

Wanneer je de roep van de wilde wolf hoort, ben je thuis...

Wanneer Melanie op de zolder van haar oma een medaillon vind dat van moeder was, verandert haar leven compleet. Aangetrokken door de kracht van het medaillon gaat ze op reis door het mysterieuze Canada. Hier zijn nog resten zijn te vinden van magie.

Met haar vriend Eef en haar nieuwe vrienden probeert Melanie het land van haar ouders te vinden. Dat blijkt nog moeilijker dan gedacht, totdat er op een nacht een tweede maan aan de hemel verschijnt. Dan wordt alles duidelijk...

Hoofdstuk 10[]

Melanies oogpunt

Twee weken later...

De wind waaide woest tussen de bomen. Bladeren ritselden en maakten kleine wervelwindjes op de grond. Het gezelschap liep stug door, ook al was het koud, verschrikkelijk koud. De gezelschap liep dan ook dicht bij elkaar om elkaar warm te houden.

De groep was tevens gegroeid. Nu bestond hij uit: Mel, Eef, Indy, Sirek en Justin. Die laatste twee waren erbij gekomen na de avonturen in het woud. Mel was met Sirek en Justin naar het dorp gegaan en hadden Indy en Eef ontmoet in de herberg. Eef en Indy waren vreselijk ongerust geweest.

Justin vroeg niet lang daarna aan het trio of hij ze mocht vergezellen op hun reis. Hij was toch niet meer zo zeker geworden na het incident in de tempel. Sirek was bij en gebleven en Mel had hem gevraagd of hij ook mee zou willen.

Hij had zijn ogen neergeslagen en had gezegd: "Ik heb hier een geweldig leven, alles wat mijn hart begeerd. Waarom zou ik meegaan?" Mel had geantwoord dat hij er avontuur voor terug kreeg, en gezelschap. Maar toen hij nog steeds aarzelde had Mel hem alleen gelaten.

Ze waren nog twee dagen gebleven. Sirek had in de herberg luidruchtig zijn verhalen verteld over het avontuur in het bos. Hoe hij had gevochten met de wolf en hoe hij de boomie traps te slim af was geweest. En dat onder leiding van een grote beker bier.

Toen ze op het punt hadden gestaan om weg te gaan was Sirek naar hen toe komen rennen. Hij nam hen mee naar zijn huis en daar vertelde hij dat hij mee wilde gaan. Voor hen allemaal regelde hij een warme jas en nog wat waterdichte doeken zodat ze een onderkomen hadden als ze stopten.

Hij bond wat hout bij elkaar en deed dat op zijn rug, net als een slaapzak en een groot aantal geweren en wapens, waarvan hij er ook verschillende aan de anderen gaf. Toen ook hij helemaal klaar was, waren ze op weg gegaan. Op weg naar het noorden...

Het was maar goed dat Sirek hen wat warmere kleding meegaf. Want koud werd het. Ze waren nu bij het noorden van Canada. Mels medaillon was sterker gaan gloeien en ze had aan de anderen laten zien wat ze kon met ijs en sneeuw.

Ze waren verwonderd geweest en Eef had het ook eens willen proberen. Uiteraard was het hem niet gelukt. Nu zaten ze weer bij het vuur. Ze hadden alle doeken als een tent om de bomen geknoopt. Een grote boven hen en de anderen als wanden. Sirek was niet ver van het vandaan, in het bos, bezig met extra hout te smokkelen terwijl Justin de anderen vertelde over zijn reizen die hij had gemaakt.

Justin was als een wees opgegroeid. Hij ging weg op zijn twaalfde en reisde met een groep door naar Europa, toen hij alles daar wel zo'n beetje had gezien was hij in zijn eentje vertrokken naar Amerika. Waar hij een rondreis maakte. Maar helaas was hij gestrand in dat vervloekte bos.

Sirek kwam terug en legde de stokken bij het vuur. "Ze moeten drogen." Vertelde hij. "Nat hout brand niet." Eef knikte. Hij wist dat ook wel. Mel zag naast Eef. Ze spraken zacht met elkaar over dat ze het spannend vonden en troosten elkaar. Indy was verdiept in het boek over magie en omdat Justin klaar was met vertellen luisterde hij maar naar de uitleg die Sirek hem gaf over het verzorgen van zijn wapens.

Het overgebleven houtskool smeulde nog door terwijl het gezelschap al een beetje ingedommeld was. Mel en Eef lagen tegen elkaar aan met hun ogen dicht. Sirek vertelde slaperig grappen tegen Justin, die dat alles behalve leuk vond en Indy was nog steeds verdiept in het boek, alhoewel het vermoeden er was dat ze met haar ogen dicht in slaap gevallen was.

Zo duurde de avond nog even. Toen de schemering van de morgen weer voor de deur stond, had Eef de wacht. De rest lag vredig in de tent te slapen. Hij zat daar in de mantel van Mel en onder de bontjas van Sirek in de kou. Hij staarde naar de horizon en had moeite zijn ogen open te houden.

Er klonk gegrom, niet heel hard, maar zeker hoorbaar. Eef schrok wakker en pakte zijn geweer. Hij stond op. Wat zou er nu weer zijn? Hij stormde naar de richting van de tent en wekte Sirek en Justin. "Jongens, ik hoorde gegrom ofzo." Sirek sprong direct op, hij wilde niet weer een confrontatie hebben met een wolf. Maar als het moest...

De drie jongens gingen naar buiten. Eef wekte Indy en Mel ook, zij moesten het onderkomen opruimen. Mel zuchtte, natuurlijk... Zo snel als ze konden maakten ze de wanden en het dak los en rolden het op. Ze rolden de slaapzakken op en Mel maakte die van haar al vast. Ook deed ze dat bij Indy. Zo waren zij al klaar om weg te gaan.

Mel rende naar Eef toe, de mannen waren nog steeds opzoek naar de oorzaak van het gegrom. Ze gaf hem zijn spullen. "Bedankt." Mompelde hij. Ze hielp hem met het vastmaken van de spullen en bracht ook de andere mannen hun slaapzakken. De takken die Sirek had gevonden waren weer droog en Indy knoopten ze netjes vast. Die kon zij wel dragen. Toen al het spul opgeruimd was kwamen de mannen terug. "We hebben niks kunnen vinden."

Alsof die woorden een teken waren geweest steeg een koor van gegrom op uit de bosjes. Niet lang daarna stormden er grote beesten uit. Mel gilde en Sirek schreeuwde een woest strijdkreet. Maar voordat hij zich in de strijd kon gooiden pakte Indy hem vast. Ze konden maar beter vluchten...


Hoofdstuk 9 --- Hoofdstuk 11

Advertisement