 |
Leeswaarschuwing! | |
|
Spoilers voor de Zang van de Storm serie! | ||
Wilgpoot (Engels: Willowpaw) is een roodbruine cyperse kater met groene ogen en een zachte donsvacht.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Persoonlijkheid[]
Wilgpoot is zwijgzaam en stilletjes. Hij zegt van nature niet veel, maar heeft wel een grote passie; hij zou dolgraag een medicijnkat willen worden. Hij toont ijverige interesse in het onderwerp en leert in het geheim alles over kruiden. Verder heeft hij een lichte vorm van geheugenverlies die hij tegenwoordig beter beheerst dan toen hij kleiner was. Hij vergeet dikwijls dingen als hij te hard valt of te zwaar traint. Hij is heel voorzichtig, maar aarzelt te veel en is onzeker over wat hij wil. Hij is relatief eenzaam, maar is geen gezelschapsbeest en vind het dus niet erg.
Wilgpoot is een stuntelige vechter en meestal mag hij dus niet meevechten wanneer er een ruzie of oorlog aan de gang is. Hij struikelt vaak over zijn eigen poten en wordt verward door de sterke geur van angst, woede en bloed tijdens het vechten. Dit maakt hem bang en meestal gaat hij op de grond liggen in een poging zo klein mogelijk te worden. Hij houdt niet van gegil, sinds hij gevoelige oren heeft. Na een gevecht(training) kan hij meestal niet slapen en ligt hij klaarwakker in zijn mosnest. Wanneer een vechttraining op komst is maakt hij zo vlug mogelijk dat hij die ontloopt, en verstopt hij zich meestal bij Heemstroos en Roosceder (toen zij nog leefde) in het medicijnhol. Als hij toch aan een training moet deelnemen, gaat hij meestal heel traag en nauwkeurig te werk. Hij houdt er niet van om een potje te worstelen.
Wilgpoot is niet zo'n goede jager. Hij trapt vaak op takjes of bladeren en schrikt alle prooi vaak af. Soms wordt hij afgeleidt door kruiden en planten in de buurt, of ziet hij het niet meer zitten en gaat hij doodleuk neerliggen. Dit frustreert zijn mentor Dennestreep, die vind dat hij lui en egoïstisch is. Wilgpoot heeft daarom niet zo'n hoge dunk van zichzelf, maar doet desondanks zijn best bij het jagen. Hij jaagt liever alleen, maar heeft nood aan een groep om hem te helpen.
Wilgpoot gaat graag en goed op patrouilles. Alleen doet hij niet wat hij hoort te doen als hij deelneemt aan eentje. Hij zoekt allerlei kruiden en planten, bestudeerd ze en kijkt of hij ze namen kan geven, en vertraagd zo de rest van de patrouille. Hij is onoplettend en dromerig en wanneer ze iets schokkend ontdekken bij een van de grenzen let hij niet op en merkt hij het niet eens. Hij verteld de andere katten die met hem mee zijn over planten die ze tegenkomen, wat hen ook afleidt. Het maakt ze geïrriteerd en dus zijn ze ongeduldig met Wilgpoot. Er zijn al vaak klachten geweest bij Dennestreep en Beukster van Clangenoten die zeggen dat ze Wilgpoot medicijnkatleerling moeten maken. Daar zijn ze nog niet zeker van, omdat de Clan veel krijgers nodig heeft.
Relaties[]
Zijn moeder heeft Wilgpoot nooit goed gekend. Hij was nog maar een kleine kitten in de kraamkamer die melk nodig had, toen Meidoornlicht overleed. Hij was uiterst ongelukkig toen zij moeder doodging door een fataal ongeluk, en zijn vader had geen tijd voor hem, Heidekit, Voskit en Beukkit, ook al probeerde hij er zo vaak mogelijk voor hen te zijn. Daarom werden ze geadopteerd. Wel weet Wilgkit nog dat Meidoornlicht zeer lief en zachtaardig was. Haar geur zal hij nooit vergeten. Roggevlam daarentegen vind hij niet aardig. Hij vind zijn vader te ruw en onbegrijpend, en gaat dus meestal weg wanneer Roggevlam zijn kinderen een bezoekje brengt.
Wilgpoot is heel hecht met zijn broers en zusje. Ze kunnen niet zonder elkaar en staan elkaar altijd bij, wat er ook gebeurt. Vospoot zit altijd in de problemen en alleen Wilgpoot kan zijn koppige avontuurlijkheid stillen. Beukpoot is heel vastberaden en dapper en Wilgpoot kijkt enorm naar zijn broer op. Heidepoot is een vrolijke en opgewonden poes. Hij gaat maar al te graag met haar op pad en dan praten ze over vanalles en nog wat; training, dromen, doelstellingen en dingen die ze willen bereiken.
Zijn pleegmoeder betekende voor Wilgpoot altijd meer dan allebei zijn ouders tesamen. Kersenlicht is een geweldige moeder en zorgde goed voor hem en zijn nestgenootjes. Daarom is hij ook opgegroeid met haar melk en haar zoon en dochter; Echopoot en Varenpoot. Wilgpoot kroop dankzij deze vriendelijke opvoeding wat meer uit zijn schelp en speelde vaker met de andere kittens.
Zijn pleegbroer- en zusje waren heel belangrijk in Wilgkit's leven. Vaak ging hij met ze op avontuur en enkele keren waren ze zelfs rebels en glipten ze samen met Voskit het kamp uit. Uiteraard werden Echokit en Varenkit eerder leerlingen dan Wilgkit en zijn broers en zusje, maar dat vond hij helemaal niet erg, sinds hij wist dat ook hij algauw in het leerlingenhol zou intrekken.
Al lange tijd is Wilgpoot gesteld op Hazelpoot. Sinds ze erg bevriend is met zijn broertje Vospoot, kent Wilgpoot haar goed en ze beschermt hem net zoals ze de rest van Meidoornlicht's kits beschermde zodra die overleed. Roosceder was een kat waar Wilgpoot enorm naar opkeek. Ze was de medicijnkatleerling, heel aardig en extreem getalenteerd. Zo leerde ze hem verscheidene dingen en maakte ze zijn medicijnkennis erg groot. Wilgpoot wist pas toen ze doodging waarom ze hem zoveel leerde; zodat hij haar plaats in kon nemen zodat ze ervandoor zou kunnen gaan met Moerassnor. Hierom haatte hij haar nooit; medicijnkat was gewoon niet haar grootste passie. Leeuwenvonk is Wilgpoot's beste vriend, al verschillen hun rangen een tijdlang. Wilgpoot bewonderde Leeuwenvonk's enthousiasme en moed en hij leerde veel van de rosse kater.
Rollen[]
Wilgkit is een van de vier kittens van Meidoornlicht's eerste nestje. Roggevlam is zijn vader. Zijn broertjes zijn Beukkit en Voskit, en zijn enige zusje Heidekit. Verder heeft hij nog geen echte rol in het verhaal. Hij wordt naar het einde van het boek toe geboren.
Wilgkit is minder avontuurlijk dan zijn broer Voskit, die steeds in de problemen raakt en ontsnapt uit het kamp om op avontuur te gaan. Ook wordt gezegd dat hij altijd verlegen naast zijn moeder zit omdat hij niet graag speelt met de andere kittens. Meidoornlicht vind het niet erg en heeft dus maar een gezellig gesprekje met haar kitten. Wilgkit is heel ongelukkig wanneer zij sterft aan het einde van het boek, verpletterd onder rotsen. Hij mist haar elke dag.
Wilgkit wordt nu leerling, Wilgpoot, samen met zijn broers en zusje. Ze doen erg hun best bij de training, al wenstte Wilgpoot dat hij een echte medicijnkatleerling kon worden en geen krijgsleerling. Wanneer Roosceder doodgaat is hij diepgeschokt.
Wilgpoot heeft het druk en helpt Heemstroos met haar medicijnkattaken. Hij is er goed in en helpt zelfs bij de bevalling van Hyacintvlam. Hij is dus heel blij wanneer zij haar kittens toch mag houden en die niet weg moeten naar de DonderClan.
